Lezen uit rebellie
‘Kijk jongens, dit is nou de bieb.’ Onderzoekend kijk ik rond. Op dit moment had ik me al lange tijd verheugd. Ik ben voor het eerst met mijn twee...
Elke dag zie je jouw leerlingen groeien. Bij Dia begrijpen we hoe waardevol het is om helder inzicht te hebben in hun ontwikkeling. Samen met onze toetsen en ons oefenmateriaal kan jij je focussen op wat echt telt: het richting geven aan de ontwikkeling van je leerlingen.
Onderwijs draait niet om resultaten en cijfers, maar om groei. Samen met onze toetsen en ons oefenmateriaal kan jij je focussen op wat echt telt: het richting geven aan de ontwikkeling van je leerlingen.
Ouders, verzorgers en leerlingen bieden we de zekerheid van betrouwbare middelen die hun kind centraal stellen en niet hun prestaties. Toetsen en oefenmateriaal zijn er niet om af te rekenen, maar om te helpen richting te geven aan een gezonde, positieve ontwikkeling van hun kind.
Bij Dia Academie ondersteunen onze Dia-adviseurs jouw school met verschillende trainingen. Of je nu net start met het Dia leerlingvolgsysteem (LVS) of al verder gevorderd bent, wij bieden een passend aanbod aan trainingen. Zo kun jij optimaal gebruikmaken van onze toetsen en tools.
Altijd op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen? Wij organiseren regelmatig webinars voor onderwijsprofessionals in het basis- en voortgezet onderwijs. Tijdens de webinars delen onze experts praktische tips, waardevolle inzichten en de nieuwste ontwikkelingen van onze producten.
Onze mensen staan met beide voeten in de onderwijspraktijk. Onze kennis en ervaring delen we graag met je.
Wij zijn ontwikkelaar en uitgever van het adaptieve Dia leerlingvolgsysteem, formatieve toetsen en methodeonafhankelijk oefenmateriaal.
Bij Dia werken we met zo’n 40 enthousiaste collega’s aan het richting geven aan groei van leerlingen.
Je vindt hier antwoorden op veelgestelde vragen van scholen over de producten en diensten van Dia.
6 min read
Charlotte de Boer : Aug 26, 2025 2:37:01 PM
Armoede, kansenongelijkheid en laaggeletterdheid hangen sterk met elkaar samen. Wie in armoede leeft, heeft vaak minder kansen in het onderwijs. Wie minder kansen krijgt, loopt meer risico op laaggeletterdheid. En laaggeletterdheid vergroot de kans op armoede. Voor de honderdduizenden kinderen die in Nederland in armoede opgroeien, heeft dit dus grote gevolgen.
In dit artikel leg ik uit wat de relatie is tussen deze drie begrippen, met als doel meer bewustwording te creëren. Meer bewustwording over armoedeproblematiek kan de bespreekbaarheid vergroten, zowel op school als daarbuiten. Het uiteindelijke doel is dat leerlingen die hiermee te maken hebben hopelijk sneller worden gesignaleerd, waardoor zij eerder passende ondersteuning krijgen en hun kansen op school en in de samenleving toenemen.
Armoede
Wat verstaan we in Nederland onder armoede? Armoede is complex en lastig scherp af te bakenen. In 2024 ontwikkelden het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) samen een nieuwe methode om armoede te meten. Daarmee geldt voortaan nog maar één officiële armoedegrens, terwijl er voorheen meerdere meetmethoden en dus meerdere grenzen bestonden.
Volgens het SCP (2024) geldt: “Als er na het betalen van de vaste lasten (wonen, energie en zorg) te weinig geld overblijft voor andere basisbehoeften, dan is een huishouden arm. Waar de armoedegrens voor een huishouden ligt, is afhankelijk van het soort huishouden. Hoe meer mensen, hoe meer er nodig is voor de minimale levensbehoeften.”
Aan deze definitie zitten ook cijfers verbonden. Zo ligt de armoedegrens voor een gezin met twee ouders en twee kinderen tot en met twaalf jaar op € 2.535 netto per maand. Huishoudens met een vermogen dat hoger is dan de armoedegrens op jaarbasis en die dus beschikken over een financiële buffer, worden volgens het SCP niet als arm beschouwd.
De invoering van deze meetmethode heeft tot gevolg gehad dat sinds 2024 ruim 100.000 mensen officieel niet langer onder de armoedegrens vallen. Dat betekent echter niet dat deze groep plotseling niet meer financieel kwetsbaar is (‘S Jongers, 2024). De groep mensen die financieel kwetsbaar zijn, is nog vele malen groter dan de groep mensen die onder de armoedegrens leven. Zo leefden in 2023 nog 1,2 miljoen mensen boven de armoedegrens, maar met weinig tot geen financiële buffer (SCP, 2024). Duidelijk is dat honderdduizenden mensen moeite hebben om rond te komen, waaronder ook honderdduizenden kinderen.
Kansenongelijkheid
Volgens het Nederlands Jeugdinstituut betekent kansenongelijkheid in het onderwijs dat leerlingen met dezelfde talenten en capaciteiten toch niet dezelfde resultaten behalen. Het instituut benoemt drie belangrijke factoren die hierbij een rol spelen: de startpositie en omgeving van kinderen, de verwachtingen van leerkrachten en de inrichting van het onderwijssysteem.
De omgeving van een kind heeft vooral invloed bij leerlingen die in armoede opgroeien. De sociaaleconomische positie van een gezin bepaalt in belangrijke mate welke kansen een kind krijgt. Volgens de VO-raad ervaren kinderen uit gezinnen met weinig geld vaak veel stress en zij hebben soms moeite om de benodigde schoolspullen te kopen.
Ook de verwachtingen van leerkrachten zijn relevant. Wanneer leraren onbewust vooroordelen hebben ten aanzien van bepaalde leerlingen, kunnen zij lagere verwachtingen hebben dan wat deze leerlingen daadwerkelijk kunnen. Lage verwachtingen leiden vaak tot lagere resultaten. Dit wordt ook wel het ‘Pygmalion-effect’ genoemd, naar een onderzoek dat werd uitgevoerd op een school in de Verenigde Staten in de jaren 60 (Brookover et al., 1969). Hedendaags wordt dit nog steeds bevestigd door verschillende onderzoeken. Onderzoeker Fatima-Zohra Charki van het NJi noemt dat de sociaaleconomische status van gezinnen hier bepalend voor is.
Het onderwijssysteem zelf kan ook kansenongelijkheid versterken, deels doordat differentiatie en vroege selectie leerlingen met een lage sociaaleconomische achtergrond vastzetten in lagere trajecten. Dit komt mede door de verwachtingen van leraren. Zoals Denessen (2017; geïnterviewd 2025) aantoont, speelt de leraarverwachting een directe rol bij schooladvies in groep 8 en heeft dit een blijvende invloed op de schoolloopbaan.
Laaggeletterdheid
Stichting Lezen en Schrijven definieert laaggeletterdheid als het hebben van moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak zijn ook digitale vaardigheden beperkt. Iemand die laaggeletterd is, kan wel lezen en schrijven, maar niet goed genoeg om volledig mee te kunnen draaien in de maatschappij. Dit kan problemen geven bij het invullen van (digitale) formulieren, het begrijpen van officiële brieven of het schrijven van een cv.
Sinds 2023 blijkt uit het internationale PISA-onderzoek dat een derde van de Nederlandse vijftienjarigen onvoldoende geletterd is om goed te functioneren op school en in de maatschappij (OECD, 2023). Het PISA-onderzoek meet de leesvaardigheid van leerlingen halverwege hun schoolloopbaan. Wie op dat moment onder niveau 2 scoort, heeft onvoldoende leesvaardigheid om goed mee te kunnen doen in school en dagelijks leven. Dat betekent niet dat deze leerlingen later niet alsnog het vereiste 2F-niveau kunnen halen, maar de achterstand is vaak groot en moeilijk in te halen. Sommige leerlingen verlaten de school voortijdig of volgen een opleiding waarvoor 2F niet verplicht is (Inspectie van het Onderwijs, 2022). Anderen behalen het niveau wel op papier, maar hebben in de praktijk nog steeds moeite met lezen en schrijven, bijvoorbeeld doordat het minimale niveau net wordt gehaald en leesplezier ontbreekt. Hierdoor blijft het risico op laaggeletterdheid groot, ook op volwassen leeftijd (Traag, 2012). Daarnaast is de kloof tussen zwakke en sterke lezers de afgelopen tien jaar alleen maar groter geworden (Meelissen et al, 2023).
Sociaaleconomische achtergrond speelt hier eveneens een grote rol. Leerlingen uit gezinnen met een hoge sociaaleconomische status (bovenste 25%) scoren gemiddeld 106 punten hoger in wiskunde dan leerlingen uit gezinnen met een lage sociaaleconomische status (onderste 25%), een verschil dat groter is dan het OESO-gemiddelde (OECD, 2023).
Onderzoek van Christoffels et al. (2016) laat zien dat laaggeletterden gemiddeld een lager inkomen hebben en meer dan twee keer zo vaak langdurig in armoede leven. Zij zijn bijna drie keer vaker afhankelijk van een uitkering en lopen ruim twee keer zoveel kans om minstens één jaar onder de armoedegrens te leven in vergelijking met niet-laaggeletterden.
De vicieuze cirkel
Kansenongelijkheid, armoede en laaggeletterdheid versterken elkaar en vormen zo een vicieuze cirkel. Kinderen die in armoede opgroeien en die moeite hebben met lezen, schrijven en rekenen, hebben minder toegang tot aanvullende ondersteuning, zoals bijlessen, studiebegeleiding of educatieve materialen, waardoor hun leerprestaties vaak achterblijven. Wie moeite heeft met lezen, schrijven en rekenen, krijgt later minder kansen op werk en een stabiel inkomen, waardoor armoede blijft bestaan of terugkeert. Dit zijn systematische problemen die niet van de een op de andere dag opgelost kunnen worden. Het doorbreken van deze cirkel vraagt om structurele aandacht voor de startpositie van kinderen, eerlijke kansen in het onderwijs en ondersteuning bij geletterdheid, zowel op school als thuis.
Toch zijn er wel maatregelen die iedere school kan nemen om iets te betekenen voor deze kinderen. Praat binnen je team over wat jullie school kan betekenen voor deze kinderen. Vaak kunnen kleine, praktische maatregelen al oplossingen bieden. Denk aan een weggeefkast met verzorgingsspullen, het uitbreiden van de mediatheek of het organiseren van een leescafé.
Scholen en gezinnen kunnen daarnaast steun vinden bij organisaties zoals Stichting Lezen & Schrijven, Nationaal Fonds Kinderhulp en lokale jeugd- en gezinsorganisaties. Door bewustwording te vergroten en kinderen tijdig te signaleren, kunnen scholen bijdragen aan het doorbreken van deze vicieuze cirkel en het creëren van kansen voor leerlingen die anders achterblijven.
Bronnen:
Brookover, W. B., Rosenthal, R., & Jacobson, L. (1969). Pygmalion in the classroom: Teacher expectation and pupils’ intellectual development. American Sociological Review, 34(2), 283. https://doi.org/10.2307/2092211
Christoffels, I., Baaij, P., Bijlsma, I., & Levels, M. (2016). Over de relatie tussen laaggeletterdheid en armoede. ROA External Reports. https://cris.maastrichtuniversity.nl/en/publications/over-de-relatie-tussen-laaggeletterdheid-en-armoede
Denessen, E. (2017). Verantwoord omgaan met verschillen: Sociale-culturele achtergronden en differentiatie in het onderwijs [Oratie, Universiteit Leiden]. Universiteit Leiden. https://www.universiteitleiden.nl/nieuws/2017/06/oratie-denessen-gedifferentieerd-onderwijs-vergroot-juist-ongelijke-kansen
Inspectie van het Onderwijs. (2022). De Staat van het Onderwijs 2022. Inspectie van het Onderwijs. https://www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/staat-van-het-onderwijs
Meelissen, M. R. M., Maassen, N. A. M., Gubbels, J., van Langen, A. M. L., Valk, J., Dood, C., Derks, I., In ’t Zandt, M., & Wolbers, M. (2023). Resultaten PISA-2022 in vogelvlucht. Universiteit Twente. https://doi.org/10.3990/1.9789036559461
Nederlands Jeugdinstituut. (2023, 30 augustus). “Geef leerling het voordeel van de twijfel.” https://www.nji.nl/nieuws/geef-leerling-het-voordeel-van-de-twijfel#:~:text=Lage%20verwachtingen,'
Nederlands Jeugdinstituut. (z.d.). Wat is kansenongelijkheid in het onderwijs? Geraadpleegd op 12 augustus 2025, van https://www.nji.nl/kansengelijkheid-in-het-onderwijs/wat-is-kansenongelijkheid-in-het-onderwijs
OECD. (z.d.). Education GPS. Geraadpleegd op 12 augustus 2025, van http://gpseducation.oecd.org
PO-Raad. (2025, 11 maart). Hoogleraar Eddie Denessen: Vroege selectie zet leerlingen onnodig vast in een niveau. https://www.poraad.nl/hoogleraar-eddie-denessen-vroege-selectie-zet-leerlingen-onnodig-vast-in-een-niveau
Sociaal en Cultureel Planbureau. (2024, 17 oktober). Nieuwe meetmethode CBS, SCP en Nibud brengt armoede scherper in beeld. Geraadpleegd op 12 augustus 2025, van https://www.scp.nl/actueel/nieuws/2024/10/17/nieuwe-meetmethode-cbs-scp-en-nibud-brengt-armoede-scherper-in-beeld
Stichting Lezen & Schrijven. (z.d.). Laaggeletterdheid. Geraadpleegd op 12 augustus 2025, van https://www.lezenenschrijven.nl/over-laaggeletterdheid
Traag, T. (2012). Early school-leaving in the Netherlands: The role of student-, family- and school factors [Doctoral dissertation, Maastricht University]. ROA.
‘S Jongers, T. (2024, 31 oktober). Een nieuwe definitie van armoede, daar hebben mensen die in armoede leven niks aan – integendeel. De Correspondent. https://decorrespondent.nl/15660/een-nieuwe-definitie-van-armoede-daar-hebben-mensen-die-in-armoede-leven-niks-aan-integendeel/ad4f240a-e4da-043b-13a2-9fb5f10867cd
VO-raad. (z.d.). Armoede en geldzorgen: wat kan de school betekenen? Geraadpleegd op 12 augustus 2025, van https://www.vo-raad.nl/nieuws/armoede-en-geldzorgen-wat-kan-de-school-betekenen
GRATIS lessenserie over armoede
Diaplus Burgerschap X Nationaal Fonds Kinderhulp
Wil jij op jouw school werken aan een grotere bewustwording van armoedeproblematiek bij (mede-)leerlingen, download dan onze gratis lessenserie, die wij in samenwerking met Nationaal Fonds Kinderhulp hebben gemaakt. Het gaat om een speciale editie van Diaplus Burgerschap op niveau 2F. Ga aan de slag met leesvaardigheid en burgerschap tegelijk!
‘Kijk jongens, dit is nou de bieb.’ Onderzoekend kijk ik rond. Op dit moment had ik me al lange tijd verheugd. Ik ben voor het eerst met mijn twee...
Tijdens mijn studie Taalwetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen kregen we de opdracht om zeven weken lang onbekende woorden te verzamelen die...
Poëzieonderwijs heeft het moeilijk. Poëzie heeft het imago moeilijk, stoffig en slechts geschikt voor romantische zielen te zijn. Jammer! Ik ben op...