Hoe stimuleer je leesmotivatie bij leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs?
Als ik met mijn zoon van 15 door de stad loop, dan is de geijkte grap dat hij zich over zijn hele lichaam begint te krabben als we langs de boekhandel lopen: leesallergie. Het positieve is dat hij zowel beschikt over een zelfkritisch vermogen als de nodige humor. Wat jammer is, is dat de grap voortkomt uit een serieus probleem: hij heeft een enorme hekel aan lezen. Dit zie ik niet alleen bij hem, maar ook bij zijn vrienden. De onderzoeken liegen er dan ook niet om: werk aan de winkel waar het op het versterken van de leesvaardigheid aankomt, zeker bij jongens, zo blijkt uit een onderzoek van de Radboud Universiteit (2023). Aangezien leesvaardigheid en leesmotivatie nauw met elkaar verbonden zijn, ging ik voor jullie op onderzoek uit wat doeltreffende manieren zijn om de leesmotivatie in de klas op te krikken.
Leesmotivatie en leesvaardigheid
Allereerst een kleine toelichting, want de begrippen leesmotivatie en leesvaardigheid worden weleens door elkaar gehaald. Onder leesvaardigheid wordt verstaan: het vermogen om geschreven teksten goed te begrijpen en te interpreteren. Leesmotivatie gaat om de bereidheid en het verlangen om te lezen. Dat kan diverse oorzaken hebben: omdat je het leuk vindt, omdat het zinvol voelt of omdat je je competent genoeg voelt om het aan te pakken. Onderzoek laat zien dat de leesmotivatie bij veel leerlingen onder druk staat, vooral in de overgang naar de middelbare school (Webber et al, 2023). De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn daling in leestijd en de grote variatie in welke interventies wérkelijk effect hebben. Hoe zorg je er nou voor dat jouw interventie wél werkt? De theorie die ten grondslag ligt aan een succesvolle (lees)motivatie is de Self-Determination Theory (Deci & Ryan).
Self-Determination Theory (Deci & Ryan)
Deze motivatietheorie stelt dat mensen van nature gemotiveerd zijn om te leren, te groeien en zich te ontwikkelen, mits de drie volgende basisbehoeften worden vervuld: autonomie, competentie en verbondenheid. Onder autonomie wordt verstaan: de behoefte om keuzes te kunnen maken en zelf richting te geven aan je gedrag. Met competentie wordt bedoeld: de behoefte om effectief te zijn, dingen te kunnen en vooruitgang te ervaren. Met verbondenheid wordt bedoeld: de behoefte aan sociale relaties, steun en het gevoel erbij te horen. Wanneer deze drie behoeften worden ondersteund, ontstaat intrinsieke motivatie: iets doen omdat je het leuk of interessant vindt. Worden deze niet voldoende aangesproken, dan verschuift de motivatie sneller naar extrinsiek (iets doen vanwege druk, beloning of straf). De sociale omgeving van een leerling kan de motivatie dus stimuleren of juist ondermijnen, afhankelijk van in hoeverre autonomie, competentie en verbondenheid worden ondersteund.
Kort gezegd: de motivatie om iets te doen, in dit geval lezen, hangt zowel af van psychologische aspecten (behoeften, overtuigingen) als praktische (wat er in de klas gebeurt). Dat betekent dat kleine, goed doordachte aanpassingen in de lespraktijk grote effecten kunnen hebben.
Praktische tips
Laat leerlingen kiezen uit een zorgvuldig samengestelde boekenlijst of uit verschillende formats (graphic novel, kort verhaal, blogpost, artikel uit een tijdschrift). Bouw kiesmomenten regelmatig in, bijvoorbeeld een wekelijkse keuze. Dit verhoogt de betrokkenheid. Niet omdat een keuze op zich magisch is, maar omdat het eigenaarschap creëert. Bijvoorbeeld: een ‘leesbuffet’ met zes titels of teksten, gerangschikt op thema en leesduur; leerlingen kiezen iedere twee weken een nieuwe titel.
Leesclubs, tweetalgesprekken of boektrailers (korte, creatieve videootjes waarin leerlingen een boek ‘pitchen’) maken lezen zichtbaar en sociaal. Laat leerlingen elkaar vragen stellen als echte lezers: ‘Wat intrigeerde je?’ in plaats van ‘Wat was de moraal?’ Sociale interactie versterkt de betrokkenheid en vergroot de kans dat lezen onderdeel wordt van hun identiteit.
Extrinsieke beloningen (snoep, cijfers voor gelezen pagina’s) kunnen aanvankelijk motiveren, maar ondermijnen vaak de intrinsieke interesse als ze de focus verleggen van plezier/zin naar ‘doen voor de beloning’. Als je beloningen gebruikt: koppel ze aan autonomie (bijv. extra keuze) en niet alleen aan hoeveelheid.
Praktische lesvoorbeelden
Hierbij nog een paar motiverende praktische lesvoorbeelden. Je kunt ze per direct inzetten!
10-minuten-kickstart (alle dagen): 10 minuten stil lezen, daarna krijgt één leerling 2 minuten tijd om een quote of vraag te delen.
➡️ Doelen: routine en kleine sociale bevestiging
Tot slot
Hopelijk lukt het jou om met kleine interventies een groot verschil te maken. Leerlingen zijn niet veel anders dan jij en ik: wij vinden het allemaal motiverend om iets te doen waarbij we eigenaarschap voelen, waar we steeds beter in worden en waarmee we ons betrokken voelen bij de wereld om ons heen. Wat ga jij doen om de leesallergie van jouw leerlingen om te toveren naar leesverlangen? Laat het ons weten!
Bronnen:
van der Sande, L. et al. (2023). Effectiveness of interventions that foster reading motivation: A meta-analysis. (meta-analysis).
Webber, C. et al. (2023). Approaches for supporting adolescents' reading motivation. Frontiers in Education (review).
Wang, Y. et al. (2024). A systematic review and meta-analysis of self-determination theory interventions in education. (SDT-focused meta-analysis).
Institute of Museum and Library Services / Guven, O. (2023). Research on motivation, literacy, and reading development. (beleids/onderzoeksoverzicht).
van Hek, M. & Kraaykamp, G. (2023). Leesmotivatie jongens blijft achter: wat scholen daartegen kunnen doen. Radboud Universiteit.
Inspectie van het Onderwijs (2024). Lang niet alle leerlingen in de tweede klas voortgezet onderwijs hebben leesniveau om goed te kunnen doorleren.
Stichting Lezen (2025). Helft basisscholen borgt leesbevordering in beleid.
Lezen in het VO (2023–2024). Onderzoek ‘Werken aan leesmotivatie’ (o.a. rapport In de leeswereld van jongeren).