Horrorverhalen als leesmotivatie
Halloween, oorspronkelijk een Keltisch feest dat de grens tussen leven en dood vierde, is nu een wereldwijd fenomeen, ook in Nederland. De winkeletalages liggen vol enge kostuums, pompoenen en natuurlijk… horrorboeken!
Is horror alleen iets voor volwassenen? Zeker niet! Ook kinderen en jongeren zijn er dol op. Toen ik op school zat, waren boekenreeksen als de Griezelbus en Kippenvel razend populair. En wie is niet opgegroeid met klassiekers als De Heksen van Roald Dahl en Meester van de zwarte molen van Otfried Preussler? Aan leesmotivatie voor horrorverhalen geen dus gebrek. Maar waarom lezen we zo graag enge verhalen? Is het in dat geval niet waardevol om horrorverhalen in te zetten in de klas?
Waarom vinden we horror leuk?
Mimesis
Sinds mensenheugenis worden we aangetrokken tot enge en lugubere verhalen. De Griekse filosoof Aristoteles had hier al een verklaring voor: mimesis (nabootsing). Wat we in het echte leven afschuwelijk vinden, zoals geweld of de dood, boeit ons juist in literatuur en kunst, omdat we weten dat het fictie is. Deze ‘veilige’ nabootsing stelt ons in staat om emoties te ervaren en erover na te denken zonder daadwerkelijk gevaar te lopen. De afstand die mimesis biedt, maakt het mogelijk om zowel gevoelsmatig als objectief te reflecteren op wat we lezen.
Angst als verbindend element
Horror is volgens onderzoeker Gelder (2002) niet zomaar een genre, maar een wezenlijk deel van onze cultuur. Het biedt ons de mogelijkheid om angsten, taboes en maatschappelijke spanningen te onderzoeken en beter te begrijpen. Bovendien laten horrorverhalen zien dat angst een universele, cultuur overstijgende emotie is. De vorm die die angst aanneemt, verschilt per samenleving. Volgens Matek (2015) onthullen griezelverhalen hoe elke cultuur eigen monsters, taboes en historische trauma’s verwerkt in folklore en literatuur. Door deze verhalen te vergelijken, ontdekken lezers dat angst ons verbindt. Zo draagt horror bij aan empathie, kritisch denken en een dieper begrip van culturele diversiteit.
Gewoon spannend
Bovendien vinden we horror leuk om dezelfde redenen dat we thrillers en detectives leuk vinden: het is gewoon ontzettend spannend! Filosoof Carroll, zoals besproken door Bantinaki (2012), biedt hier een cognitieve verklaring voor: monsters en onverklaarbare verschijnselen dagen onze conceptuele kaders uit. Het genre prikkelt onze behoefte om het onbekende te begrijpen, vergelijkbaar met een intellectuele uitdaging, zoals het oplossen van een puzzel. Bantinaki legt hier zelf meer de nadruk op het emotionele aspect: mensen ervaren een voldaan gevoel wanneer het verhaal het monster ‘ontrafelt’ en verklaringen biedt. Kortom, horror spreekt zowel ons verstand (behoefte aan begrip) als ons gevoel (beleving van angst en opluchting) aan.
Leesmotivatie en horror
In ons vorige blog schreef mijn collega over de Self-Determination Theory (Deci & Ryan, 2000). Deze theorie stelt dat intrinsieke motivatie ontstaat uit de basisbehoeften autonomie, competentie en verbondenheid. Het aanbieden van horrorverhalen in de klas speelt in op deze drie basisbehoeften. Leerlingen ervaren autonomie doordat ze een horrorverhaal kunnen kiezen en een eigen interpretatie mogen geven, competentie doordat ze hun lees- en analysevaardigheden zien groeien en verbondenheid door de gedeelde emoties (spanning, angst, opluchting) en discussies (taboes, maatschappelijke kwesties) die horror oproept.
Een andere motivatietheorie is de interest theory (Hidi, 1990; Schiefele, 1999): motivatie om te lezen hangt sterk af van de interesse die leerlingen hebben in de tekst. Hoe beter een tekst aansluit bij hun persoonlijke belangstelling, hoe groter hun leesmotivatie. Interesses kunnen ook situationeel ontstaan: een spannend verhaal kan leerlingen motiveren om door te lezen, zelfs als het onderwerp hen niet direct aanspreekt. Horrorverhalen wekken dus zowel persoonlijke interesse (bij leerlingen die van horror houden) als situationele interesse op (doordat de spanning en nieuwsgierigheid naar het verhaal zelfs minder gemotiveerde lezers meeslepen).
Conclusie
In het onderwijs kan horror een krachtig hulpmiddel zijn. De spanning en nieuwsgierigheid trekken ook leerlingen aan die normaal gesproken minder snel een boek pakken. Terwijl leerlingen geboeid raken door een spannend verhaal, ontwikkelen ze ongemerkt hun leesvaardigheid en vermogen tot kritisch nadenken. Horrorverhalen vergroten niet alleen de leeslust, maar bieden ook een rijke context voor diepgaande gesprekken over emoties, ethiek en maatschappelijke thema’s.
Door deze verhalen in de les te gebruiken, maak je niet alleen lezen leuker, maar geef je leerlingen ook de ruimte om na te denken over zichzelf en de wereld om hen heen. Zo wordt horror niet alleen een middel om leesmotivatie te vergroten, maar ook een manier om leerlingen te helpen groeien in hun begrip van complexere thema's.
Praktische tips
Ben je nu helemaal overtuigd van de kracht van horrorverhalen in de klas? Hier zijn alvast wat tips om je op weg te helpen:
Bronnen:
Bantinaki, Katerina. “The Paradox of Horror: Fear as a Positive Emotion.” The Journal of Aesthetics and Art Criticism, vol. 70, no. 4, 2012, pp. 383–92.
Gelder, Ken. 2002. The Horror Reader. New York: Routledge.
Hidi, S. (1990). Interest and its contribution as a mental resource for learning. Review of Educational Research, 60(4), 549-571.
Matek, Ljubica. (2015). Teaching Horror Literature in a Multicultural Classroom. ELOPE: English Language Overseas Perspectives and Enquiries. 12. 61. 10.4312/elope.12.1.61-73.
Ryan, R. M. & Deci, E. L. (2000). Intrinsic and extrinsic motivations: Classic definitions and new directions. Contemporary Educational Psychology, 25, 54-67.
Schiefele, U. (1999). Interest and learning from text. Scientific Studies of Reading, 3(3), 257-279.